Geneeskrachtige cosmetica: zo oud als de weg naar Rome

Schoonheid en gezondheid zijn ven oudsher met elkaar verbonden. Talrijke Romeinse auteurs geven ons een beeld van hoe de ideale Romeinse vrouw er tussen ongeveer 750 voor Christus en 400 na Christus uitzag: een huid zonder oneffenheden, roze wangen en een rimpelloos, jong gelaat. Over smaken valt uiteraard te twisten, maar wat ik er zelf interessant aan vind is dat men de schoonheid van een vrouw naar het evenbeeld van de godin Venus schetste. De godin Venus, die vaak is afgebeeld in badhuizen, geeft duidelijk de relatie aan tussen schoonheid en gezondheid.  Die link tussen schoonheid, gezondheid en goddelijkheid werd ook in het Oude Egypte gelegd, in de tomben van nobelen werden paletten met cosmetica als schatten voor de goden aangetroffen. Zij hadden zij niet alleen een cosmetisch doel, maar waren het ook religieuze relikwieën.

‘Een verzorgde druif geeft goede wijn en voor een rijke oogst moet ook het land verzorgd zijn. Schoonheid is een gift van God: wie kan zich erop beroemen? Het leeuwendeel van jullie kan zich echt geen schoonheid noemen. Slechts zorg kan voorkomen dat een mooi gezicht verwelkt, ook al is het net zo fraai als dat van Venus zelve.’ – Ovidius, Ars Am. III, 101-106

Het gebruik van cosmetica in de Oudheid (en hun medicinale eigenschappen)

Het Oude Egypte

In het Oude Egypte waren zwarte eyeliner en groene oogschaduw niet uit de beauty case van de gemiddelde vrouw weg te denken. De zwarte eyeliner werd van een mineraalrijke vorm van ijzererts (galeniet) en verpulverde houtskool (charcoal/kohl) gemaakt. Uit onderzoek is gebleken dat deze combinatie mede zorgde voor bescherming tegen de zon, insecten en bepaalde ziektes. Echter bevat ijzererts ook veel lood en destijds was niet bekend dat er door het gebruik van kohl potloden (op basis van galeniet) loodvergiftiging kon optreden. Om de lippen en wangen in te kleuren werd een combinatie van rode soda, zout en honing gebruikt. Een zelfde soort mengels (maar dan zonder het rode pigment) gebruikte men om de huid jong en elastisch te houden.

“Parfums werden samengesteld uit aromatische, kruidige, plantaardige oliën en dierlijke vetten. Hiervoor weekten ze amandelen, jeneverbessen boomschors en mirre in onder meer ganzenvet en olijfolie. Vaak werd wijn toegevoegd om de geur te versterken of verzachten. Ook creëerde men parfums op basis van bloemen. Transpiratiegeuren werden gemaskeerd door kleine, prettig geurende balletjes in de oksel te plaatsen en ze tegen de huid wrijven. Tegen grijs haar en kaalheid werden plantaardige oliën gebruikt.”

– Bron: Nederlandse Cosmetica Vereniging

Veel van de hierboven genoemde technieken zijn met de eeuwen overgedragen en passen wij in de traditionele kruidengeneeskunde nog steeds toe. Blijkbaar wisten de Egyptenaren al dat de medicinale werking van de meeste kruiden goed oplosbaar zijn in alcohol en vette substanties. Zo is er een duidelijke overlap te zien tussen schoonheid en gezondheid, al waren de Oude Egyptenaren zich er niet zo van bewust dat de cosmetica die zij gebruikten ook over medicinale eigenschappen beschikten en wijdden hun goede gezondheid vooral aan de zegening van de Goden. In werkelijkheid legden de Oude Egyptenaren met hun plantaardige verzorgingsproducten de basis voor de Euraziatische geneeskunst.

De Oude Grieken en Romeinen

In de vroege eeuwen van de antieke Griekse cultuur werd de medicinale werking van planten meer geformaliseerd, o.a. door de grondlegger van de geneeskunst: Hippocrates van Kos (460 v.Chr – 370 v.Chr). Hippocrates was de eerste die het proces van ziekte en genezing niet zag als een resultaat van bovennatuurlijke krachten.

In de Griekse en Romeinse teksten wordt niet altijd onderscheid gemaakt tussen geneesmiddelen en cosmetica, omdat ze vaak dezelfde grondstoffen bevatten én de producten ook vaak voor beide doeleinden werden gebruikt. De Romeinen hadden het over medicamentum, dat verwijst naar ‘medicijn’ of ‘bedwelmend product’ maar dat ook ‘cosmetisch hulpmiddel’ kan betekenen. De Griekse arts en farmacoloog Dioscorides (40-90 na Chr.), waar in de Kruidengeneeskunde nog steeds veel aan wordt gerefereerd, gaf in De materia medica veel informatie over kruiden: hoe ze groeien, de medicinale en magische werking ervan, maar ook de toepassing in make-up, zoals bijvoorbeeld rode salpeter die in rouge werd gebruikt. Zijn vakgenoot Galenus, die een eeuw later leefde, vond dat producten die de natuurlijke schoonheid bevorderden, onderdeel waren van de geneeskunde. Plinius de Oudere, tijdgenoot van Dioscorides, gaf in zijn Naturalis Historia allerlei details over planten, mineralen en de handel hierin en gaf aan hoe hier schoonheidsmiddelen van werden gemaakt.

Het gebruik van cosmetica in de Renaissance

Cosmetica en geneesmiddelen werden pas in de Renaissance (in Europa) van elkaar gescheiden. De Renaissance was de tijd van de rede, waarin men teruggreep op oude Griekse denkers en wetenschappers. Het menselijk lichaam en mentaal welzijn werden op filosofisch en maatschappelijk niveau zo veel mogelijk van elkaar gescheiden. Dat betekende onder andere dat de lichamelijke verlangens ondergeschikt raakten aan de pragmatische aard van de geest. Kuisheid was het nieuwe ideaal.

‘Cosmetica’ komt van het Griekse woord kosmeoo, dat ‘opsmukken’ of ‘ordenen’ betekent en werd in de Renaissance ingevoerd om het minderwaardige karakter van make-up ten overstaan van de geneesKunst (met een grote K) aan te geven. Het credo luidde dat een gezond mens van nature straalde en geen make-up nodig had. Vrouwen droegen daarom nog steeds make-up, maar minder opvallend en diegenen die het wel veel gebruikten waren meestal van lage klasse of prostituees (en dus vaak minder gezond).

Het gebruik van natuurlijke cosmetica in de 21ste eeuw

Tegenwoordig zien we een ‘revival’ aan oude tradities ten aanzien van cosmetica. Door de Renaissance en industriële revolutie (lees: ontwikkeling van farmaceutische medicatie) werd er lange tijd niet zo’n nadruk gelegd op het overkoepelende karakter van geneesmiddelen en verzorgingsproducten, maar er komt steeds meer vraag naar natuurlijke ingrediënten waarvan de heilzame werking in huid- en haarproducten is bewezen.

Om dit onderscheid tussen synthetische make-up en heilzame verzorgingsproducten aan te geven, spreken we tegenwoordig van ‘natuurlijke’ cosmetica, die niet van synthetische aard zijn. Hierbij wordt, net als in het Oude Egypte, gebruik gemaakt van bijenproducten, alcohol en vette olie om geuren en medicinale eigenschappen op natuurlijke wijze uit plantenmateriaal te onttrekken.

Wil je meer weten over het onderscheid tussen natuurlijke en synthetische cosmetica? Lees dan ook eens mijn blogpost over dit onderwerp.